Ouderverstoting en gezondheidszorg, een vreselijke combinatie, die verstoten ouders kansen kunnen bieden, mits deze ouders verstandig zijn, weten wat de wet/regels zijn, heel helder kunnen communiceren en vooral zich weten te gedragen in bijzijn van het kind.

Wij hebben voor jou de regels, tot zo ver ons bekend, op een rijtje gezet. Uit alles blijkt dat het van zeer groot belang is dat je gezamenlijk gezag hebt.

Gezamenlijk gezag

Gezamenlijk gezag wat je niet moet misbruiken door op deze manier de nodige handelingen en/of therapie te blokkeren door jouw handtekening er niet onder te zetten, terwijl deze behandeling medisch wel nodig is. Denk jij jouw punt te kunnen maken waar door niet in het belang van de gezondheid jouw kind wordt gedacht, is dit het moment dat je overruled kan worden en/of zelfs het gezamenlijk gezag hierdoor kunt verliezen. Dus weet wat je doet en motiveer heel helder wat jouw beweegt.

Er zijn momenten dat het maar heel goed is dat de verstoten ouder benaderd moet worden voor de handtekening. Dat de verstoten ouder in staat wordt gesteld om mee te beslissen, desnoods kritische vragen kan/mag stellen en zelf kan/mag aangeven dat deze ouder, de voorgestelde medische weg zo niet ziet zitten.

Zo hebben aardig wat verstotende ouders de neiging hun kind te medicaliseren. Lastig gedrag (als gevolg van ouderverstoting) is voor de verstotende ouder aanleiding om het kind aan te pillen te krijgen en/of naar een therapie te sturen…. Dit moet jij niet willen. Dus, als er een formulier voor een handtekening in de brievenbus ligt, is dat het moment dat jij eerst eens goed in gesprek gaat met die therapeut of arts behandelaar om te informeren wat er nu werkelijk speelt. Ook een kans om die persoon bekend te maken met het fenomeen ouderverstoting

Boven alles zal de vervreemde/verstoten ouder het belang van het kind altijd voorop moeten zetten en dus het ego ondergeschikt moeten maken. Dit is dus niet het moment op jouw punt te willen maken. Wel het moment om extra alert te zijn en een grote kans toch weer een grotere rol in het leven van het kind te kunnen hebben.

Wij ervaren nu te veel schrijnende situaties. Ouders die gebeld worden omdat hun kind (met spoed) is opgenomen in het ziekenhuis. Ouders die zich vervolgens haasten naar het ziekenhuis. Ouders die op dat moment, tijdens het voor velen na lange tijd weer het eerste contact, een goed contact hebben, alsof er al die maanden/ jaren van geen contact er niet tussen hebben gezeten. Om vervolgens binnen een dag te horen krijgen dat deze ouders NIET meer welkom zijn, daar jouw aanwezigheid te belastend is voor het kind.

Sterker nog; artsen die aan het kind vragen of beide ouders wel aan het bed mogen komen en dus glashard 1 ouder diskwalificeren als het kind aangeeft een ouder niet te willen zien. Wat apart is, daar die 1e hereniging een hele andere indruk bij de verstoten ouder wekte.

Wij hebben ontdekt dat er op zich geen beleid te vinden is of omschreven met betrekking tot ziekenhuisopname van een kind en ouders in een (high) conflict scheiding!

Kansen

Hier liggen dus kansen, want elke ziekenhuis heeft geestelijke ondersteuning. Vraag daarnaar en leg die persoon jouw situatie en die van jouw kind voor! Vraag naar een protocol. Hebben ze die niet? Stel voor om er een te maken en verwijs het ziekenhuis naar ons, wij helpen graag.

Hoe dan ook, heb je gezamenlijk gezag, dan hoort een ziekenhuis/instelling beide ouders te informeren, zeker als bij het ziekenhuis bekend is dat er sprake is van een (high) conflict scheiding. Een ziekenhuis/instelling is dus fout bezig als die 1 ouder diskwalificeert en daar moet je iets van vinden! Dien die klachten in, opdat ze wel na moeten denken over een protocol. Doe je het niet voor jezelf of jouw kind, dan doe je dit voor al die andere ouders en kinderen…

Het ziekenhuis hoort ook jou de mogelijkheid te bieden net zo goed op bezoek te kunnen gaan bij jouw kind en hoort jou te betrekken bij beslissingen. Een gezinsvoogd, die aangeeft die rol te hebben overgenomen kletst en intimideert, hij/zij heeft in deze nu even helemaal NIETS te zeggen en al zeker niet de omgang tussen het zieke kind en verstoten ouder te frustreren!

Hoe vervelend ook, ervaar een opname/ het ziek zijn van jouw kind als aanleiding om toch weer bewust in het leven van jouw kind te zijn. Laat je niet intimideren, de omgang te ontzeggen, als jij zeker weet dat jij je kunt gedragen in bij zijn van jouw (zieke) kind. Stel desnoods bezoekmomenten voor waarbij de andere kant niet aanwezig zal zijn. Boven alles; laat jou de omgang niet ontzeggen. Artsen, of welke handelingsverlegen/onbekwame personen dan ook, moeten zich onthouden van het bevragen van het zieke kind. Het is weer extra belastend en traumatiserend voor het kind, dat van nature het liefst, hoe dan ook, de liefde en warmte van beide ouders nodig heeft om te herstellen.

Te vaak laten artsen en therapeuten zich stevig misbruiken door verstotende ouders en hun gevolg. Onder hun gevolg verstaan wij bijvoorbeeld een eventuele gezinsvoogd, een advocaat of een uitgesproken aanhang.

Vind er iets van

Wetende wat ouderverstoting inhoudt, zouden wij dat nooit moeten pikken en zit er niets anders op om er meteen iets van te vinden. Als deze situatie niet het moment is om bijvoorbeeld de gezinsvoogd aan te pakken die jou vertelt dat jij er niet mag zijn voor jouw kind, ook al is er gezamenlijk gezag en staat er helder in de beschikking dat er een OTS (onder toezicht stelling) is uitgesproken ten einde omgang tussen ouder en kind te realiseren, dan weten wij het ook niet meer. Sterker nog; hoe leg jij dit uit naar jouw kind als die later op zoek gaat? Hoe leg jij dit uit aan jouw achterban? Hoe leg jij dit uit aan de rechter? Want dit gaat natuurlijk opspelen bij de eerst volgende zaak. Wat zeg jij als de rechter jou bevraagt naar de reden waarom jij niet aan het bed hebt gezeten? Omdat het zogenaamd niet mocht van…..de gezinsvoogd? Jouw ex? Van wie? Weet dat het een inkoppertje is: Als jij echt van jouw kind houdt, dan ga jij door ramen en ruiten en houdt helemaal niemand jou tegen om er voor jouw kind te zijn! Jouw kind heeft jou nodig en welke excuses hanteer jij nu om jouw rol niet op je te nemen?!

En ja, dit is dus ook het moment dat jij jouw vuurpijlen richt op het ziekenhuis wat niet alleen handelt tegen de wet, door jou omgang en medische informatie te ontzeggen! Maar meestal doet een kort gesprek met maatschappelijk medewerker of een vertrouwenspersoon of een zorgcoördinator van de betrokken instelling/ziekenhuis vaak wonderen, zeker als jij er bij vertelt wat de consequenties zijn van het meewerken aan ouderverstoting. Name and shame werkt in deze toch altijd nog het beste, maar dan moet jij natuurlijk wel van onberispelijk gedrag zijn. Dus schreeuwen, hysterisch gedrag, dreigen, scènes veroorzaken? Nee, doe dat maar niet.

Met andere woorden: heb jij het belang van jouw kind helder, kan jij je gedragen, eis jouw rol als verantwoordelijk ouder op en laat je niet wegsturen!

De basis: Handvest Kind en Ziekenhuis:

Een kind reageert anders op een opname in het ziekenhuis dan een volwassene. Daarom moeten aan de medische, verpleegkundige en psychosociale zorg voor kinderen in het ziekenhuis specifieke eisen worden gesteld. De checklisten van Kind & Ziekenhuis zijn gebaseerd op de Handvest Kind & Ziekenhuis en Kind & Zorg. Hierin zijn de grondbeginselen vastgelegd met betrekking tot de zorg voor kinderen in ziekenhuizen.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen worden niet in een ziekenhuis opgenomen als de zorg die zij nodig hebben thuis, in dagbehandeling of poliklinisch kan worden verleend. (art.3,24,25 VRK)

  • Voordat een ziek kind in een ziekenhuis wordt opgenomen, wordt nagegaan of er ook andere mogelijkheden van passende zorg en behandeling zijn, zoals thuiszorg of dagopname, teneinde het betreffende kind ‘zorg op maat’ te kunnen bieden.
  • De rechten van zieke kinderen worden gerespecteerd ongeacht of zij thuis dan wel in een ziekenhuis worden verpleegd.
  • De doelmatigheid van de gekozen vorm van zorg wordt regelmatig getoetst aan de gezondheidstoestand van het kind, opdat het kind bijvoorbeeld niet langer dan noodzakelijk geïsoleerd hoeft te worden of niet langer dan noodzakelijk in het ziekenhuis hoeft te blijven.
  • Ook wanneer kinderen in dagbehandeling worden opgenomen of thuis worden verpleegd krijgen ouders alle noodzakelijke informatie, begeleiding en steun. 

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen hebben het recht hun ouders of verzorgers altijd bij zich te hebben. (art.3,9,18 VRK)

  • Het recht van alle kinderen om hun ouders altijd en zonder enige restrictie bij zich te hebben, is een integraal onderdeel van de zorg voor kinderen in ziekenhuizen.
  • Als ouders niet in staat of niet bereid zijn een actieve rol op zich te nemen in de zorg voor hun kind, heeft het kind er recht op deze zorg te krijgen van iemand anders met wie het een goede relatie heeft.
  • Het recht van kinderen om hun ouders of verzorgers altijd bij zich te hebben omvat alle situaties waarin zij hun ouders nodig hebben of nodig zouden kunnen hebben, bijvoorbeeld:
  • gedurende de nacht, ongeacht of het kind wakker zal worden of door zal slapen;
  • tijdens behandelingen en/of onderzoeken, met of zonder plaatselijke verdoving en met of zonder sedatie;
  • tijdens het toedienen van de narcose en onmiddellijk na het ontwaken uit de narcose op de verkoeverkamer;
  • als het kind in coma of half bij bewustzijn is;
  • tijdens reanimatie (waarbij aan ouders begeleiding wordt geboden).

Ouders wordt accommodatie en de mogelijkheid tot overnachting naast het kind aangeboden zonder dat daar kosten voor in rekening worden gebracht. Ouders worden geholpen en gestimuleerd bij het kind te blijven en deel te nemen aan de verzorging en verpleging van het kind. (art.3,9,18 VRK)

  • Artsen en verpleegkundigen die betrokken zijn bij de opname van een kind nodigen alle ouders uit bij hun kind te blijven zonder daar beperkende voorwaarden aan te verbinden.
  • Artsen en verpleegkundigen adviseren, bemoedigen en steunen ouders bij het nemen van het besluit bij hun kind in het ziekenhuis te blijven.
  • Ziekenhuizen zorgen voor voldoende geschikte ruimte en andere voorzieningen om het een ouder mogelijk te maken bij het kind te blijven. Deze voorzieningen bestaan onder andere uit een gemakkelijke stoel en een (vouw-)bed op de kamer van het kind, een bergruimte voor persoonlijke bezittingen, de mogelijkheid om gebruik te maken van bad en toilet en de mogelijkheid om te eten en te drinken.
  • Het kost ouders niets extra wanneer zij bij hun kind in het ziekenhuis blijven. Zij hebben recht op:
  • gratis overnachting (rooming-in);
  • gratis of gesubsidieerde maaltijden.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen en ouders hebben recht op alle informatie die noodzakelijk is voor het geven van toestemming voor onderzoeken, ingrepen en behandelingen. Kinderen worden beschermd tegen overbodige behandelingen en onderzoeken en tegen oneigenlijk gebruik van persoonlijke gegevens. (art.5,12,17 VRK)

  • Het recht op de informatie die nodig is om toestemming te kunnen geven (‘informed consent’) vereist dat zorgverleners
  • kind en ouders adequate informatie geven over de gezondheidstoestand van het kind, het doel van het onderzoek of de behandeling, de aard van het onderzoek of de behandeling en de te verwachten resultaten en mogelijke risico’s van het onderzoek of de behandeling;
  • kind en ouders adequate informatie geven over andere in aanmerking komende vormen van behandeling of onderzoek;
  • kind en ouders zodanig advies en ondersteuning bieden dat zij in staat zijn de voorgestelde handelwijze te beoordelen;
  • waardering hebben voor en gebruik maken van alle bij ouders en kind aanwezige kennis en ervaring, alsmede van hun waarnemingen en beschrijvingen betreffende de gezondheidstoestand van het kind.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen worden in het ziekenhuis gehuisvest en verzorgd samen met kinderen in dezelfde leeftijds- en/of ontwikkelingsfase. Kinderen worden niet samen met volwassenen verpleegd. Er bestaat geen leeftijdsgrens voor bezoekers. (art.3 VRK)

  • De zorg voor kinderen op een kinderafdeling omvat (maar is niet beperkt tot)
    • het zorgen voor rust;
    • het aanbieden van ontspanning en afleiding;
    • het ondernemen van gezamenlijke activiteiten met kinderen in dezelfde ontwikkelingsfase;
    • het ondernemen van gezamenlijke activiteiten met kinderen van diverse leeftijdsgroepen;
    • het realiseren van speciale accommodatie voor adolescenten;
    • het nemen van beschermende maatregelen voor kinderen met specifieke ziekten.
  • Aan de speciale behoeften van adolescenten wordt voldaan door te zorgen voor specifieke voorzieningen als een eigen recreatieruimte, pantry, radio, tv, computer en dergelijke.
  • Elke vorm van scheiding tussen of afzondering van kinderen op grond van (etnische) afkomst wordt vermeden.
  • Kinderen worden niet samen met volwassenen verpleegd.
  • Het is onacceptabel om kinderen en volwassenen gezamenlijk op een afdeling onder te brengen. Dit houdt in dat
  • kinderen niet worden verpleegd op afdelingen voor volwassenen;
  • volwassenen niet worden verpleegd op kinderafdelingen;
  • de ruimten voor onderzoek en behandeling van kinderen zijn gescheiden van de ruimten voor onderzoek en behandeling van volwassenen. Dat geldt ook voor de spoedeisende hulp, het operatiecomplex (inclusief de verkoeverkamer), de polikliniek en de dagbehandeling.
  • Er bestaat geen leeftijdsgrens voor bezoekers.
  • Bezoekuren voor kinderen (broertjes en zusjes, vrienden en vriendinnen) worden niet beperkt op grond van de leeftijd van de jonge bezoekers, maar uitsluitend op grond van de gezondheidstoestand van het zieke kind en die van de bezoekende kinderen.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen hebben recht op mogelijkheden om te spelen, zich te vermaken en onderwijs te genieten al naar gelang hun leeftijd en lichamelijke conditie. Kinderen hebben recht op verblijf in een stimulerende veilige omgeving waar voldoende toezicht is en die berekend is op kinderen van alle leeftijdscategorieën.(art.3,28,29.1(a+c),30 VRK)

  • De ruimten waarin de kinderen verblijven, voldoen aan de leeftijds- en situatiegebonden behoeften van kinderen. Dit geldt ook voor de afdeling dagbehandeling of andere plaatsen waar kinderen worden behandeld of onderzocht.
  • Uitgebreide mogelijkheden voor spel, recreatie en ontwikkeling worden bereikt door
  • een ruime keuzemogelijkheid uit geschikt spelmateriaal aan te bieden;
  • voldoende gelegenheid voor spel te bieden gedurende alle zeven dagen van de week;
  • tegemoet te komen aan de vermogens van kinderen van elke leeftijdscategorie;
  • creatieve activiteiten bij alle kinderen te stimuleren;
  • te zorgen voor continuering van onderwijs, aangepast aan het niveau van het kind.
  • Er zijn voldoende pedagogisch medewerkers aanwezig en onderwijskrachten beschikbaar om te voldoen aan de behoeften van kinderen aan spel, ontspanning, ontwikkeling en onderwijs, ongeacht de aandoening en de leeftijd van de kinderen. Alle medewerkers die met kinderen te maken hebben, zijn bekend met de behoeften van kinderen aan spel en ontspanning.
  • De gebouwde omgeving en de inrichting van de ruimten waar kinderen verblijven zijn afgestemd op de verschillende leeftijdscategorieën en op de patiëntencategorieën die in het betreffende ziekenhuis worden behandeld.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen worden behandeld en verzorgd door medisch, verpleegkundig en ander personeel dat speciaal voor de zorg aan kinderen is opgeleid. Het beschikt over de kennis en de ervaring die nodig zijn om ook aan de emotionele eisen van het kind en het gezin tegemoet te komen. (art.3,19 VRK)

  • Artsen, verpleegkundigen en andere beroepsbeoefenaars die kinderen behandelen en verzorgen, zijn gespecialiseerd in de behandeling of verpleging van kinderen, hebben recente ervaring daarmee en hebben voldoende invoelingsvermogen om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van kinderen en ouders.
  • Ziekenhuizen of andere gezondheidsinstellingen nemen geen kinderen op als er geen (of niet voldoende) artsen en verpleegkundigen werkzaam zijn die gespecialiseerd zijn op het gebied van de pediatrie en over recente kennis en ervaring beschikken.
  • Wanneer een kind moet worden behandeld door een specialist die niet specifiek in de pediatrie is gespecialiseerd, gebeurt dit altijd in samenwerking met een collega die op dit gebied wel is gekwalificeerd.
  • Artsen en verpleegkundigen zijn in staat om elke vorm van misbruik van een kind te onderkennen en er op de juiste wijze op te reageren.
  • Hulpverleners houden hun vakbekwaamheid, inzicht en ontvankelijkheid voor de noden van het kind op hoog niveau door training, bijscholing en begeleiding.
  • Kennis van de behoeften van ouders en de bekwaamheid om daarmee om te gaan zijn voor hulpverleners een voorwaarde om ouders te kunnen steunen bij de zorg voor hun kind.
  • Indien nodig wordt ouders extra steun verleend of wordt vervangende zorg voor het kind geregeld om de druk op de ouders te verlichten.
  • Artsen en verpleegkundigen steunen ouders in het bijzonder tijdens een kritieke fase. Dit geldt zeker in het geval dat het kind zich in een levensbedreigende situatie bevindt.
  • Als een kind stervende is, krijgen het kind en de ouders alle steun, zorg en hulp die zij nodig hebben. Artsen en verpleegkundigen zijn geschoold in rouwbegeleiding. Informatie over de doodsoorzaak van een kind wordt de ouders gegeven in een persoonlijk gesprek, met medeleven en begrip en in een besloten ruimte waar men niet wordt gestoord.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen hebben recht op verzorging en behandeling door zoveel mogelijk dezelfde personen, die onderling optimaal samenwerken. (art.19 VRK)

  • Zorg en behandeling worden gekenmerkt door continuïteit en worden zoveel mogelijk door dezelfde verpleegkundigen en artsen verleend.
  • Continuïteit van zorg en behandeling omvat zowel de ziekenhuiszorg en de dagbehandeling als de thuiszorg. Zij wordt bereikt door samenwerking van alle betrokkenen als team, met een goede onderlinge communicatie.
  • Teamwerk vereist een beperkt aantal vaste hulpverleners, die als groep samenwerken op basis van elkaar aanvullende kennisniveaus en met elkaar overeenkomende kwaliteitsstandaarden gericht op het fysiek, emotioneel, sociaal en psychisch welzijn van het kind.

Handvest Kind & Ziekenhuis:

Kinderen hebben het recht met tact en begrip te worden benaderd en behandeld. Hun privacy wordt te allen tijde gerespecteerd. (art.16,29.1(a+c),30 VRK)

  • Tact en begrip in de omgang met kinderen houden in dat:
    • wordt erkend dat het kind er recht op heeft kind te zijn;
    • de waardigheid, de mening, de behoeften, de individualiteit en het ontwikkelingsniveau van het kind worden gerespecteerd en dat rekening wordt gehouden met elke handicap of speciale aandoening;
    • duidelijk wordt gemaakt dat de zorgverleners bereid zijn tot dialoog;
    • wordt gezorgd voor een vriendelijke en veilige sfeer;
    • rekening wordt gehouden met speciale gewoonten en culturele of religieuze waarden en gebruiken van kinderen en ouders.
  • De privacy van kinderen wordt te allen tijde gewaarborgd, ongeacht hun leeftijd of ontwikkelingsfase. Dit houdt voor ouders en hulpverleners in dat zij: 
    • voorkomen dat kinderen onbedekt te kijk liggen;
    • kinderen beschermen tegen behandeling en gedrag die het zelfrespect aantasten of maken dat het kind zich belachelijk of vernederd voelt.
  • Dit houdt voor kinderen in: 
    • het recht om zich terug te trekken om alleen te zijn;
    • het recht om in afzondering en ongestoord met artsen en verpleegkundigen te kunnen praten;
    • het recht om ongestoord samen te kunnen zijn met naaste familie en vrienden.

Modelrijchtlijn:

Voor hulpverleners over informatie en toestemming bij een minderjarige patiënt

Modelrichtlijn voor hulpverleners in de gezondheidszorg, gebaseerd op de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), bedoeld voor de praktijk bij het informeren van de minderjarige patiënt en/of zijn ouders/voogden (met ouders/voogden wordt in deze tekst steeds bedoeld: ouders of voogden) en voor het vragen om toestemming voor een onderzoek of behandeling.

De wettelijke regeling: 

  • In de WGBO staan specifieke regels voor het geven van informatie aan en het verkrijgen van toestemming van minderjarigen en/of hun vertegenwoordigers (artikelen 7:448 en 7:450 B
  • De wettelijk vertegenwoordiger(s) van de minderjarige
  • Tijdens het huwelijk zijn de ouders de wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige kinderen. Zij oefenen het ouderlijk gezag uit. Dat geldt ook voor ouders die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, op voorwaarde dat het kind is erkend door de partner van de moeder. Minderjarigen staan onder gezag. Dit is ouderlijk gezag of voogdij. Wie het gezag over een minderjarige heeft, is zijn wettelijk vertegenwoordiger. Over een kind dat wordt geboren binnen een huwelijk of een geregistreerd partnerschap oefenen beide echtgenoten of partners het gezamenlijk gezag uit. Het gaat dan om een relatie tussen man en vrouw of tussen twee vrouwen. Als er geen huwelijk of geregistreerd partnerschap is, kunnen twee volwassenen die samen voor een kind willen zorgen het gezamenlijk gezag krijgen. Daartoe schrijven zij zich in het gezagsregister bij het kantongerecht in. Zij moeten dan wel allebei juridisch ouder zijn. Gezamenlijk gezag kan ook verkregen worden door een uitspraak van de rechtbank. Een voorbeeld: duomoeders, van wie de een het ouderlijk gezag heeft, kunnen de rechtbank samen verzoeken om aan hen het gezamenlijk ouderlijk gezag toe te kennen. Een meerderjarige moeder heeft automatisch het gezag over het kind dat zij baart.
  • Eventuele conflicten of geschillen tussen ouders onderling worden in het uiterste geval beslecht door de kinderrechter (art. 1:246 lid 2 BW). Als er geen tijd is om daarop te wachten, kan een tijdelijke ontheffing of ontzetting uit het ouderlijk gezag van één ouder een oplossing bieden. Een andere mogelijkheid biedt de (eventueel voorlopige) ondertoezichtstelling. In dat geval kan, bij een weigerachtige ouder, de kinderrechter op verzoek van de gezinsvoogd toestemming geven voor een noodzakelijke medische behandeling van een kind jonger dan 12 jaar. Ook is het mogelijk een bijzondere curator te benoemen, maar in de praktijk gebeurt dit niet vaak.
  • Na echtscheiding is de hoofdregel dat de ouders beiden wettelijk vertegenwoordiger blijven. Zij oefenen dan gezamenlijk het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen uit. Dat wil zeggen dat beiden beslissen over de behandeling van hun kind en dat beiden evenveel recht hebben op informatie over de behandeling en de gezondheidstoestand van het kind. Dit geldt ook voor de met gezag belaste ouder die niet of nauwelijks bij de opvoeding en verzorging betrokken is.
  • Op verzoek van (één van) de ouders kan de rechter besluiten het ouderlijk gezag aan één ouder toe te wijzen. Zijn er meer kinderen, dan wordt dit voor ieder kind afzonderlijk bepaald. De niet-gezagdragende ouder is geen wettelijk vertegenwoordiger meer en kan niet meer meebeslissen over de behandeling. Een moeder van 16 of 17 jaar kan het gezag over haar kind hebben wanneer zij door de kinderrechter meerderjarig is verklaard.
  • Hoofdregel is dat de niet met gezag belaste ouder recht op informatie over zijn kind behoudt. Hier gaat het niet om informatie die noodzakelijk is om toestemming te kunnen geven, want rechtsgeldig toestemming geven kan deze ouder niet. De niet-gezagdragende ouder moet die informatie krijgen, die hem een globaal beeld geeft van de gezondheidstoestand van zijn/haar kind. Inzagerecht heeft deze ouder niet. Een uitzondering geldt:
    • voor informatie die om goede redenen ook niet aan de gezagdragende ouder wordt verstrekt en;
    • als het belang van het kind zich verzet tegen informatieverstrekking.
      Het recht op informatie van de niet-gezagdragende ouder is niet afhankelijk van toestemming van de gezagdragende ouder.
  • Minderjarigen die niet onder ouderlijk gezag staan, staan onder voogdij. Voogdij kan worden uitgeoefend door een voogd of twee voogden maar ook door een voogdij-instelling. Voogdij komt voor als beide ouders (tijdelijk) zijn ontzet/ontheven uit het gezag of als ze zijn overleden. Ook wordt voogdij ingesteld voor een kind met een moeder die minderjarig is.
  • Het ouderlijk gezag houdt geen beschikkingsrecht over het kind in. Beslissingen over leven en dood van het kind zijn niet aan de ouders. Wel is de mening van ouders in die situaties voor de hulpverlener zwaarwegend.
  • Ouderlijk gezag en voogdij eindigen automatisch als de jongere 18 jaar wordt.

Een ziek kind is als ieder ander kind

Waar de wereld van ouders stilstaat op het moment dat zij horen dat hun kind ziek is, gaat die voor hun kind gewoon door. Een ziek kind is namelijk een kind zoals ieder ander kind. Ondanks zijn ziekte wil het spelen, ontdekken, beleven en groeien als mens. Het wisselt zijn tanden, er zijn peuter- en puberfrustraties en het blijft steeds zijn grenzen opzoeken en verleggen.

Zieke kinderen hebben veel wilskracht. Zij willen graag onderdeel blijven uitmaken van het systeem waarin zij zich bevinden. Zij hebben behoefte aan liefhebbende ouders, een fijn gezin en broertjes en zusjes die hen uitdagen zodat ze hun grenzen kunnen verleggen. Ze willen spelen met andere kinderen op het kinderdagverblijf of op school en daarna thuiskomen om verder te spelen met de kinderen uit de buurt. Zij maken onderdeel uit van het sociale netwerk van hun ouders. Ze gaan samen op bezoek bij vrienden en familie en vieren als gezin vakantie in een tentje in Frankrijk.

Soms lukt dit niet en voelt het zieke kind zich écht ziek, bijvoorbeeld als het beroerd is van de chemotherapie. Als het zich weer enigszins beter voelt, komt een kind weer in actie en zal weer willen spelen, ontdekken en beleven. Dit is een proces dat onverminderd doorgaat in een kinderleven, ook als het kind ziek is.
Zieke kinderen komen, in tegenstelling tot gezonde kinderen, regelmatig in het ziekenhuis en worden daar ook opgenomen. Hierdoor komen zij in aanraking met volwassenen die niet in het normale systeem van kinderen thuishoren. Opeens gaat er een voor hen vreemde wereld open waarop zij geen invloed hebben. De dokter sluit een pact met de voor hen altijd liefdevolle ouders. Daarna volgen er opeens vervelende en pijnlijke onderzoeken en kinderen zien hoe hun ouders verdrietig en machteloos toekijken. Je vader en moeder die je altijd troostten als je binnenkwam met een kapotte knie, er teder een pleister op plakten en er vervolgens een kusje op gaven, houden je nu vast zodat een onbekende volwassene je pijn kan doen…

Kinderen hebben een andere anatomie en fysiologie
De anatomie en de fysiologie van kinderen verschilt wezenlijk van die van volwassenen. Zo hebben kinderen bijvoorbeeld een relatief groter hart met een groter hartminuutvolume dan volwassenen. De polsfrequentie is hoger bij een lagere bloeddruk dan die van volwassenen. Als een kind het benauwd heeft, zal het sneller gaan ademen terwijl een volwassene meer lucht per teug zal gaan inademen. Het vochtgebruik per kilogram  lichaamsgewicht is bij een kind hoger en hierdoor droogt een kind veel sneller uit dan een volwassene. Het op peil houden van hun lichaamstemperatuur is voor kinderen moeilijker, omdat zij een groot lichaamsoppervlak hebben in verhouding tot hun gewicht, weinig isolerend vet en  nauwelijks rilvermogen. Zij raken dus veel sneller onderkoeld dan een volwassene. Daarnaast zijn er bij kinderen ziektebeelden die bij volwassen niet meer voorkomen. Wie kinderen verzorgt en verpleegt, moet hiermee constant rekening houden.

Cognitieve ontwikkeling en de belevingswereld van kinderen 
Het denken van kinderen is nog niet zo goed ontwikkeld als bij volwassenen. Vooral kleine kinderen zien, begrijpen en beleven dingen vaak anders. Ze kennen maar één werkelijkheid, die ze horen van volwassenen om hen heen. Hier kunnen ze vaak geen andere realiteit naast zetten. Kinderen  kunnen op dezelfde manier voelen als volwassenen, maar zijn nog niet in staat hun gevoelens te uiten en te beschrijven. Denk bijvoorbeeld aan een  kind dat buikpijn aangeeft, terwijl het een oorontsteking heeft.

Ook reageren kinderen in emotioneel opzicht anders op ziekte en letsel dan volwassenen. Als verzorgers hiermee rekening houden, voelen kinderen zich prettiger en kunnen emotionele problemen in de ontwikkeling van het kind worden voorkomen. Het is daarom belangrijk dat de stem van de patiënt altijd gehoord wordt en dat ouders hun kind goed kunnen voorbereiden, troosten en steunen.

Geheugensteun voor arts

Om een behandeling te kunnen starten, moet de arts de ouders, en als het kind oud genoeg is ook het kind, om toestemming vragen. Daarvoor is het onontbeerlijk dat de arts hen van adequate informatie voorziet. De combinatie informatie en toestemming, vaak aangeduid als Informed Consent ofwel geïnformeerde toestemming, is essentieel.

De hier gepresenteerde Vragenlijst Informed Consent is bedoeld als geheugensteun voor artsen bij hun gesprekken met ouders (en kinderen).
Sommige onderdelen moeten gedurende het proces van informatie en toestemming in elk geval aan de orde komen, andere zijn optioneel. Het verdient aanbeveling de vragenlijst bij de status te bewaren.

Vragenlijst Informed Consent

De aandoening

  • diagnose
  • prognose

De voorgenomen behandeling

  • aard van de behandeling ( medische informatie, verloop)
  • doel van de behandeling
  • risico’s van de behandeling
  • fysieke gevolgen van de behandeling (onder andere pijn, leefregels, belastbaarheid)
  • gevolgen van niet-behandelen of uitstel van de behandeling
  • medicatie (bijwerkingen)
  • verblijfsduur: poliklinisch, dagbehandeling, klinische opname
  • pijnbestrijding (locale verdoving, sedatie, algehele narcose)
  • andere behandelmethoden die in aanmerking komen (aard, doel, risico’s, gevolgen)
  • benodigde zorg (bedrust, voeding, pijnmedicatie, medicijngebruik, hulpmiddelen)
  • mogelijkheid van aanwezigheid van ouder bij behandeling of inleiding/ontwaken narcose van het kind
  • zintuiglijke informatie over verloop (onder andere geur, geluid, smaak, pijn)
  • ouder wijzen op toestemmingsrecht
  • kind wijzen op toestemmingsrecht (vanaf 12 jaar)
  • ouder/kind bedenktijd voorstellen
  • kans dat andere arts behandeling uitvoert (indien van toepassing)

Toestemming

  • check of de ouder de informatie heeft begrepen
  • check of het kind de informatie heeft begrepen (rekening houdend met bevattingsvermogen)
  • ouder gaf toestemming voor behandeling
  • kind gaf toestemming voor behandeling (vanaf 12 jaar)
  • toestemming voor informatieverstrekking aan derde(n)

Weer thuis

  • wie, wanneer de uitslag/het resultaat meedeelt (en hoe)
  • persoon of instelling belast met de nazorg
  • wat te doen bij pijn
  • wat te doen bij onverwachte complicaties
  • emotionele gevolgen
  • gevolgen voor de gezinssituatie
  • contact met andere kinderen, schoolverzuim

Overige informatie

  • wachtlijst
  • mogelijkheid van een second opinion (op verzoek)
  • kosten die de patiënt zelf moet betalen (indien van toepassing)
  • informatieverstrekking aan derden (indien van toepassing)
  • patiëntenverenigingen en websites (indien van toepassing)

Schriftelijke en audiovisuele informatie

De ouders/kind informatie meegegeven:

  • over de aandoening
  • over de behandeling
  • over de gang van zaken op de afdeling (bij opname)
  • over ouderparticipatie en voorbereiding van het kind
  • over patiëntenrechten in het algemeen (recht op informatie en toestemming minderjarigen, klachtrecht, inzagerecht, privacy)

Verslaglegging

  • van informatieverstrekking aan ouder
  • van informatieverstrekking aan kind
  • van toestemming ouder
  • van toestemming kind (vanaf 12 jaar)

NB – Voor ‘behandeling’ kan ook gelezen worden: onderzoek, ingreep, narcose, etcetera. Waar ouder staat, is ook bedoeld: wettelijk vertegenwoordiger van het kind.

De Vragenlijst Informed Consent is een bewerking van de Checklist voor hulpverleners over informatie en toestemming, zoals die is gepubliceerd in ‘Van wet naar praktijk. Deel 2 informatie en toestemming’. Te bestellen bij de KNMG

Helpdesk voor (aanstaande) ouders, jongeren en professionals
Bereikbaarheid
De helpdesk is te bereiken van maandag tot en met vrijdag van 9.30 uur tot en met 16.30 uur.
Bel naar 085 020 12 65 of mail naar https://www.kindenziekenhuis.nl/contact/

Handvest Kind & Zorg

Zieke kinderen hebben het fundamentele recht op kindgerichte zorg, wat zoveel betekent als gezinsgerichte zorg en ontwikkelingsgerichte zorg. ( lees voor meer informatie: https://www.kindenziekenhuis.nl/over-kz/handvest/default.asp?guid=8E97C7BE15B946AF9C0925600C9F5EC8

Het Handvest Kind & Zorg is een verbreding van het Handvest Kind & Ziekenhuis (EACH Charter) en is in 2014 opgesteld door Stichting Kind en Ziekenhuis, Stichting Pal, V&VN Kinderverpleegkunde, Vereniging Gespecialiseerde Verpleegkundige Kindzorg (VGVK), Branchevereniging Medische Kindzorg Thuis (BMKT), Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) en Vereniging Samenwerkingsverband Chronische Ademhalingsondersteuning (VSCA). De handvesten zijn in overeenstemming met het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (VRK) welke in 1989 is aangenomen door de Verenigde Naties en sinds 1995 van kracht is in Nederland.

Klacht over het ziekenhuis

Heb je een klacht over een ziekenhuis? Bespreek je klacht dan eerst met de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis. Maar hoe pak je dat aan?

Wat kun je het beste doen?

  • Bespreek het probleem met je arts.
  • Kom je er samen niet uit? Leg de klacht dan voor aan de klachtenfunctionaris van je ziekenhuis. Deze bemiddelt en is gratis.
  • Levert de bemiddeling naar jouw idee niet voldoende resultaat op, dan kun je je klacht indienen bij de Geschillencommissie Ziekenhuizen.
  • Een klacht kun je ook indienen bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Dit is vooral van toepassing als je meent dat de arts in gebreke is gebleven.
  • Ben je het niet eens met de uitspraak van dit Regionaal Tuchtcollege? Dan kun je in beroep bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De maatregelen die het Tuchtcollege oplegt zijn bindend.

Tip

  • Heb je vragen of klachten over de gezondheidszorg? Dan kun je ook naar een IKG (Informatie- en Klachtenbureau Gezondheidszorg) gaan. Deze bureaus vallen onder Zorgbelang Nederland.
  • Vind de juiste ingang voor je zorgklachten via de wegwijzer voor zorgklachten.

Voorbeeld klachtbrief

Hieronder staat een tekst die u kunt gebruiken als voorbeeld wanneer u een brief met uw klacht naar de zorgaanbieder wilt sturen .

Aan <naam zorgaanbieder>
<Adres>
<Postcode en plaats>

<Plaatsnaam, datum>

Betreft: klacht over <naam zorgaanbieder>

Geachte mevrouw/meneer,

Ik ben op <datum of periode van uw behandeling> behandeld door <naam zorgaanbieder>.  Over deze behandeling ben ik niet tevreden. Mijn klacht gaat over het volgende:

<Geef hier een korte en feitelijke beschrijving van de klacht, bijvoorbeeld:

  • over wie/wat gaat de klacht?
  • met wie heeft u over uw klacht gesproken?
  • wanneer was de situatie waarover u klaagt?
  • wat is er gebeurd?
  • waren er anderen bij betrokken?
  • is het een klacht van uzelf of klaagt u namens iemand anders?

Geef ook aan wat u wilt bereiken. Bijvoorbeeld dat u herhaling, voor uzelf of een ander, wilt voorkomen. Of dat u een excuus wilt.>

Hierbij verzoek ik u de klacht in behandeling te nemen.

Graag ontvang ik van u informatie over de verdere gang van zaken. Ik ben bereid om de klacht mondeling toe te lichten.

Met vriendelijke groet,

<Uw handtekening>

<Uw naam>
<Uw adres>
<Uw postcode en woonplaats>
<Uw telefoonnummer>

Bijlage: <voeg hier eventueel kopieën van belangrijke stukken toe>


Nog een voorbeeld brief:

Brief om arts/ziekenhuis aansprakelijk te stellen

[NAAM GEDUPEERDE]
[ADRES GEDUPEERDE]
[POSTCODE + WOONPLAATS GEDUPEERDE]

[DATUM + WOONPLAATS]

Aan de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te [PLAATS]

[ADRES REGIONAAL TUCHTCOLLEGE]
[POSTCODE + VESTIGINGSPLAATS]

Betreft: Klacht medische fout

Geachte heer, mevrouw,

Hierbij dien ik [NAAM GEDUPEERDE], geboren op [GEBOORTEDATUM GEDUPEERDE], wonende te [WOONPLAATS GEDUPEERDE] aan [STRAATNAAM + NUMMER + POSTCODE] een klacht in tegen de [HUISARTS/TANDARTS/CHIRURG/ARTS] de [HEER/MEVROUW], gevestigd te [PRAKTIJKADRES].

Als patiënt ben ik niet tevreden over [KORTE OMSCHRIJVING GEBEURTENIS].

Mijn klacht komt voort uit het volgende: [WAT IS ER GEBEURD?].

Hierdoor heb ik schade geleden, te weten [WELKE SCHADE IS ONTSTAAN?].

Ik verwijt de aangeklaagde, [NAAM ZORGVERLENER] dat [BELANGRIJKSTE VERWIJT].

Ik ben van mening dat de aangeklaagde niet de zorg heeft verleend die ik mag verwachten van een zorgvuldig handelende [HUISARTS/TANDARTS/CHIRURG/ARTS]. De aangeklaagde heeft mijns inziens nagelaten te handelen met inachtneming van de zorgvuldigheidsnormen en gedragsregels, zoals deze zijn opgesteld voor de beroepsgroep. Uiteraard ben ik bereid mijn klacht nader toe te lichten.

Om er zeker van te zijn dat u dit schrijven tijdig ontvangt, verstuur ik u deze brief per aangetekende post.

Graag ontvang ik een ontvangstbevestiging van mijn klaagschrift.

Hoogachtend,

[HANDTEKENING]
[NAAM GEDUPEERDE]


Klacht over ziekenhuis

Een klacht over het ziekenhuis naar aanleiding van geleverde zorg of een onjuiste behandeling door een arts of medewerker van het ziekenhuis is vervelend. Hoe en waar kunt u uw klacht over het ziekenhuis indienen?

  1. Klacht ziekenhuis indienen.
  2. Klachtenfunctionaris ziekenhuis.
  3. Klachtencommissie ziekenhuis.
  4. Geschillencommissie ziekenhuizen.
  5. Direct naar de civiele/burgelijke rechter.

LET OP: Naast de klacht bij het ziekenhuis indienen, kunt u de klacht ziekenhuis ook indienen bij een onafhankelijke instantie. Dit kan bijvoorbeeld wanneer direct contact met het ziekenhuis niet wenselijk is. Lees meer informatie over de verschillende instanties waar u de klacht over het ziekenhuis ook kunt indienen.

  • Overzicht instanties; Waar kan ik mijn klacht over zorg melden?

TIP: Vraag uw medisch dossier op bij het ziekenhuis! Een kopie van uw medisch dossier kunt u bij uw ziekenhuis opvragen. Dit dossier omvat gegevens omtrent uw medische situatie zoals de statussen van zorgpaden, operatieverslagen, verwijsbrieven, röntgenfoto’s en uitslagen van onderzoeken. De inhoud van het medisch dossier kan helpen bij de opbouw van de klacht over het ziekenhuis. Het medisch dossier kan verklaren wat er precies is gebeurd. Bijvoorbeeld bij een operatieverslag. Hierin staat wie er bij de ingreep aanwezig waren en wie welke handeling heeft verricht. Hiermee kan worden voorkomen dat de klacht over de verkeerde persoon wordt ingediend.

STAP 1. Klacht ziekenhuis indienen.
Voordat u de klacht over het ziekenhuis gaat indienen is het raadzaam om de klacht eerst met de betrokken arts, verpleegkundige, of andere medewerker van het ziekenhuis te bespreken. Een persoonlijk gesprek kan een oplossing bieden. Vaak is de desbetreffende persoon zich niet bewust van uw onvrede en waardeert het wanneer u dit direct kenbaar maakt. Komt u er niet uit of wilt u geen persoonlijk gesprek? Ga naar STAP 2.

STAP 2. Klachtenfunctionaris ziekenhuis. 
De klachtenfunctionaris ziekenhuis kan u helpen wanneer uw klacht niet direct met de betrokkene(n) kan worden opgelost. De klacht over het ziekenhuis kunt u indienen bij de klachtenfunctionaris. De klachtenfunctionaris is te bereiken via de klachtafhandeling van het ziekenhuis. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een klachtenformulier, deze is verkrijgbaar bij de klachtafhandeling van het ziekenhuis.
Vind snel en gemakkelijk de contactgegevens klachtafhandeling van uw ziekenhuis via ons overzicht. Hier vindt u snel het klachtformulier en de contactgegevens van de klachtenfunctionaris ziekenhuis. Vul het klachtformulier in, dan beschikt de klachtenfunctionaris direct over de juiste gegevens om met uw klacht aan de slag te gaan.

  • Contactgegevens klachtafhandeling zorgverleners

Hoe bent u geholpen? Beoordeel de klachtafhandeling van uw ziekenhuis en plaats een review! Is bemiddeling niet wenselijk of komt u niet tot een oplossing? Ga naar STAP 3.

STAP 3. Klachtencommissie ziekenhuis.
De klachtencommissie ziekenhuis kan u helpen wanneer het niet lukt om uw klacht naar tevredenheid af te handelen, of als bemiddeling door de klachtenfunctionaris niet wenselijk is. Een officiële klacht bij de onafhankelijke en onpartijdige klachtencommissie van het ziekenhuis indienen moet schriftelijk. Vind via de contactgegevens klachtafhandeling van uw ziekenhuis makkelijk en snel de klachtencommissie ziekenhuis.
Bent u het niet eens met de uitspraak van de klachtencommissie van het ziekenhuis? Ga naar STAP 4.

STAP 4. Geschillencommissie ziekenhuizen.
Indien u het niet eens bent met de uitspraak van de klachtencommissie van het ziekenhuis kunt u een officiële klacht bij de onafhankelijke geschillencommissie ziekenhuizen indienen. De geschillencommissie kan een beslissing vellen over de klacht en/of schadeclaim (tot 5.000 euro).

LET OP:

  • De geschillencommissie ziekenhuizen behandelt de klacht alleen als het ziekenhuis is aangesloten, dit kunt u hier controleren.
  • Het klachtgeld is 52,50 euro tot max. 127,50 euro, afhankelijk van de hoogte van de schadeclaim.
  • Binnen zes maanden nadat u de klacht voor het eerst schriftelijk kenbaar maakte bij het ziekenhuis moet de klacht bij de geschillencommissie ziekenhuizen zijn voorgelegd.
  • Een eventuele schadeclaim mag niet hoger zijn dan 25.000 euro. Bij een hogere schadeclaim neemt de geschillencommissie ziekenhuizen uw klacht niet in behandeling (ga naar STAP 5), tenzij u afziet van een hogere vergoeding.

Lees hier hoe de geschillencommissie ziekenhuizen werkt.

STAP 5. Direct naar civiele/burgerlijke rechter. 
Wanneer stap 1 t/m 4 geen oplossing biedt, of u van mening bent dat de geleden letselschade door het ziekenhuis hoger is dan 25.000 euro, dan is hier sprake van een juridisch geschil. In dit proces kunt u worden ondersteund door een rechtshulp letselschade.

Informatie is na te lezen via:

Kinderen, hun ouders en patiëntenrechten:

Kinderen worden steeds serieuzer genomen. Zij worden zoveel mogelijk betrokken bij zaken die hen aangaan, ook in de gezondheidszorg. Net als volwassenen hebben kinderen rechten in de gezondheidszorg. Kinderen zijn minderjarig en staan onder gezag van hun ouders of voogd. Wat betekent dat? Heeft dat ook betekenis voor hun rechten als patiënt? Mag een kind zonder medeweten van de ouders naar de dokter? Mogen de ouders bij de behandeling van hun kind zijn? En kunnen kinderen zelf een klacht over een behandeling indienen? Patiëntenrechten van kinderen zijn vastgelegd in de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

De wet onderscheidt drie leeftijdsgroepen: kinderen tot twaalf jaar, kinderen van twaalf tot zestien jaar en jongeren vanaf zestien jaar. Voor iedere groep gelden aparte regels. Deze brochure geeft een beschrijving van de belangrijkste patiëntenrechten per leeftijdsgroep. Ook besteedt de brochure apart aandacht aan de ziekenhuisopname, voor ouders en kinderen vaak een ingrijpende ervaring. Deze brochure spreekt vooral over artsen en ziekenhuizen. De patiëntenrechten gelden voor alle handelingen in de gezondheidszorg. Dus bijvoorbeeld ook op het consultatiebureau, bij de fysiotherapeut, de tandarts of de logopedist.

Wettelijk vertegenwoordigers

Kinderen onder de achttien jaar zijn minderjarig: voor de wet zijn zij niet zelfstandig. Zij staan onder gezag, meestal van hun ouders, anders van een voogd. De ouders zijn de wettelijk vertegenwoordigers van hun kind. Zij oefenen de rechten van het kind uit. Daarbij hebben zij ook plichten. Zo moeten zij hun minderjarig kind verzorgen en opvoeden. Zij moeten handelen in het belang van het kind en rekening houden met wat hun kind zelf wil en kan.

Toestemming van de ouders

Een minderjarige heeft voor officiële handelingen toestemming van zijn ouders nodig. Bijvoorbeeld wanneer hij van school wil veranderen. Bij handelingen die voor zijn leeftijd gebruikelijk zijn, mag de toestemming van de ouders worden verondersteld. Zo mag een kind van acht jaar wel zelf een brood kopen, maar geen computer.

In de gezondheidszorg gelden uitzonderingen op deze algemene regels. Voor een medische handeling bij een kind vanaf twaalf jaar is behalve de toestemming van de ouders ook die van het kind zelf vereist. Vanaf zestien jaar mogen jongeren zelfstandig over hun medische behandeling beslissen zonder toestemming van hun ouders en ondanks hun minderjarigheid.

Gezag

Niet alle kinderen leven samen met beide ouders. Wel is het gezag over het kind altijd geregeld. Dat is toegewezen aan één of beide ouders. De rechter kan ook een voogd benoemen. De ouder die alleen het gezag heeft, is verplicht met de andere ouder te overleggen overbelangrijke gebeurtenissen van het kind. Dat geldt ook voor een ingrijpende medische behandeling. In alle gevallen kan de ouder die het gezag niet heeft, informatie krijgen over zijn kind. Ook over een medische behandeling.

Wanneer ouders niet goed voor hun kind zorgen kan een maatregel van de kinderbescherming worden opgelegd. De rechter kan het gezag beperken of ontnemen. Hij belast dan een ander met het gezag. Voor het gemak spreekt deze brochure verder over ‘de ouders’. Bedoeld worden degenen die het gezag over een minderjarig kind hebben.

Kinderen tot 12 jaar 

Kinderen tot twaalf jaar mogen niet zelf beslissen. Dat doen hun ouders voor hen. Tot twaalf jaar is het kind in de gezondheidszorg dus afhankelijk van de ouders en de hulpverleners. Toch begrijpen jonge kinderen vaak goed wat er met hen gebeurt. Een behandeling kan voor een kind heel ingrijpend zijn. Daarom moeten de ouders en de hulpverlener het kind daarbij zoveel mogelijk betrekken. Het recht op informatie Zowel het kind als de ouders hebben recht op informatie. Het kind krijgt een duidelijke uitleg, op een voor hem begrijpelijke manier. Dan weet hij wat er gaat gebeuren en kan hij beter meewerken aan een behandeling. De ouders krijgen volledige informatie. Op basis daarvan kunnen zij beslissen over de behandeling van het kind.

Toestemming voor de behandeling 

De ouders moeten toestemming geven voor onderzoek en behandeling van hun kind. Zij zullen de mening van hun kind bij hun besluit betrekken. Ook de hulpverlener wil weten wat het kind zelf zegt. Bij uitzondering mag de hulpverlener de mening van het kind volgen, als ook hij dat het beste vindt. Wanneer de hulpverlener meent dat het besluit van de ouders tegen het belang van het kind ingaat, hoeft hij dat niet uit te voeren. Hij zal de ouders dan op andere gedachten proberen te brengen

Aanwezigheid bij de behandeling

De ouders behartigen de belangen van hun kind. Zij hebben het recht om bij de behandeling van hun kind aanwezig te zijn. In veel gevallen zal dat het kind geruststellen. Zij zijn niet verplicht erbij te zijn.

Inzage in het medisch dossier 

De ouders hebben recht op inzage in het medisch dossier van hun kind. Zij kunnen ook een kopie krijgen van het dossier of van een gedeelte daarvan. Inzage zal meestal samen met de hulpverlener plaatsvinden. Deze kan meteen uitleg geven. Wanneer inzage niet in het belang van het kind is, mag de hulpverlener die weigeren. De ouders kunnen dan niet nakijken wat er met hun kind gebeurt. Zij kunnen hierover een klacht indienen. De hulpverlener mag kinderen onder twaalf jaar niet zelf inzage verlenen. Wel kunnen de ouders het dossier aan hun kind laten lezen.

Kinderen van 12 tot 16 jaar 

Kinderen in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar weten heel goed wat zij willen. Als het gaat om een medische behandeling wordt hun mening serieus genomen. Het gaat immers om beslissingen over hun eigen lichaam. Daarom kunnen zij alleen worden behandeld, als zij daar zelf ook toestemming voor geven.

Het recht op informatie

Zowel het kind zelf als de ouders hebben recht op volledige informatie. De hulpverlener moet de informatie zo geven dat het kind het kan begrijpen. Toestemming voor de behandeling Zowel het kind als de ouders moeten toestemming geven voor een behandeling. Als één van hen die toestemming weigert, mag in beginsel de behandeling niet plaatsvinden. De hulpverlener zal altijd proberen om allen op één lijn te krijgen. In acute situaties waarin niet behandelen gevaarlijk is voor het kind, mag de hulpverlener wel zonder toestemming van ouders en kind behandelen. Het kind wil wel, de ouders niet Wanneer een kind een bepaalde behandeling wil maar de ouders zijn het er niet mee eens, dan kan die behandeling in principe niet doorgaan. De toestemming van de ouders ontbreekt. Wellicht wil het kind de behandeling per se doorzetten. De hulpverlener kan dan besluiten om toch de wens van het kind te volgen. Hij zal zich afvragen, in hoeverre hij de behandeling direct moet uitvoeren. Mogelijk kan hij die zonder schade uitstellen, totdat het kind zelfstandig mag beslissen en niet meer de toestemming van de ouders nodig heeft.

Als een behandeling plaatsvindt waarvoor de ouders geen toestemming hebben gegeven, dan moeten zij wel betalen. Ouders hebben altijd de verplichting de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind te dragen. Het kind wil wel en de ouders mogen het niet weten Als het kind niet wil dat zijn ouders worden geïnformeerd, kunnen de ouders ook niet hun toestemming geven voor de behandeling. Dan moet de hulpverlener besluiten of hij zal behandelen. Hij zal hem eerst proberen te overtuigen om zijn ouders er toch bij te betrekken. Wil het kind dat echt niet, dan moet de hulpverlener inschatten hoe goed het voor zichzelf kan beslissen. Vertrouwt hij het kind daarin, dan zal hij het behandelen zonder de ouders te informeren. Voorbeeld Brenda van vijftien wil de pil. Zij wil absoluut niet dat haar ouders te weten komen dat zij de pil gaat slikken. Dat durft zij niet te vertellen. De arts vindt haar oud en wijs genoeg om daarover zelfstandig te beslissen. Hij schrijft haar de pil voor zonder haar ouders in te lichten. Als de ouders niet mogen worden geïnformeerd, kunnen zij ook geen rekening krijgen. Het kind moet de betaling dan zelf regelen, bijvoorbeeld via de zorgverzekering. Niet altijd is dit mogelijk. Dan zal het kind de behandeling zelf moeten betalen of met de arts een afbetaling regelen.

Het kind wil niet, de ouders wel

Wanneer een kind een behandeling niet wil, kan niemand die afdwingen. Het maakt niet uit of de ouders de behandeling wel wensen. De hulpverlener mag niet behandelen. Hij moet er wel van overtuigd zijn dat het kind de gevolgen van zijn beslissing kan overzien. Wanneer de behandeling noodzakelijk is, zal de hulpverlener met het kind overleggen. Hij zal naar een mogelijkheid zoeken die het kind wel accepteert.

Aanwezigheid bij de behandeling 

De ouders mogen bij de behandeling van hun kinderen in de leeftijd tussen twaalf en zestien jaar aanwezig zijn. Misschien vindt een kind dat niet prettig of voelt een hulpverlener aan dat het kind dat niet prettig zal vinden. Het kind kan vragen of de ouders weggaan of de hulpverlener kan het kind apart nemen. Inzage in het medisch dossier Zowel de ouders als het kind kunnen inzage krijgen in het medisch dossier. Het kind kan bezwaar maken tegen inzage door de ouders. Wanneer de hulpverlener het kind in staat acht daarover te beslissen, zal hij de ouders geen inzage verlenen. Het kind kan ook alleen om inzage in zijn dossier vragen. Ook dat zal de hulpverlener toestaan, als hij het kind verstandig genoeg vindt. Daarbij zal de leeftijd meespelen. Hij zal het eerder aan een jongere van bijna zestien jaar dan aan een twaalfjarige toestaan.

Geheimhouding 

Omdat zowel ouders als het kind hun toestemming moeten geven voor een behandeling, zijn zij beiden op de hoogte van de situatie van het kind. Een kind kan de hulpverlener verzoeken zijn ouders niet in te lichten. Wanneer de hulpverlener het kind in staat acht daarover te beslissen en zijn beslissing weloverwogen te kunnen overzien zal hij dit verzoek respecteren.

Jongeren vanaf 16 jaar 

Vanaf zestien jaar mogen jongeren zelf beslissingen nemen over hun medische behandeling. Zij hebben dezelfde patiëntenrechten als volwassenen. Het recht op informatie Een jongere heeft recht op volledige informatie. De ouders krijgen die informatie niet meer. Tenzij de jongere daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft.

Toestemming voor de behandeling 

Een jongere geeft zelf toestemming voor een behandeling. Toestemming van de ouders is niet meer nodig. Dus ook als de ouders het er niet mee eens zijn, kan de jongere behandeld worden. In acute situaties mag de hulpverlener behandelen zonder dat de jongere zijn toestemming heeft gegeven. Een jongere mag een bepaalde behandeling weigeren. Zelfs als die medisch gezien noodzakelijk is en de ouders en hulpverlener die wel verstandig vinden. De hulpverlener dient de mening van de jongere te respecteren.

Aanwezigheid bij de behandeling

De ouders mogen niet meer standaard bij de behandeling van hun kind zijn. Zij kunnen dat ook niet afdwingen. Als een jongere het op prijs stelt, mogen ze er uiteraard wel bij zijn. Inzage in het medisch dossier Een jongere kan zelf inzage in zijn medisch dossier vragen. Hij heeft daarvoor geen toestemming van zijn ouders nodig. Hij kan ook een kopie van het dossier of een gedeelte daarvan krijgen. De ouders 10 hebben geen recht dit dossier in te zien, tenzij hun kind met inzage door zijn ouders instemt. Vrije keuze hulpverlener Een jongere kan zelf bepalen naar welke hulpverlener hij gaat. Hij is wel aan een aantal praktische beperkingen gebonden. Zo moet de zorgverzekering de kosten vergoeden en moet er plaats zijn in de praktijk van de hulpverlener.

Financiën 

Een jongere maakt zelf afspraken met een hulpverlener over een medische behandeling. Dat maakt hem ook verantwoordelijk voor de financiële gevolgen van die afspraken. Vaak is dat geen probleem omdat de zorgverzekering de kosten dekt. Afhankelijk van de polis van de ouder met wie hij tot zijn 18e is meeverzekerd kan een eigen bijdrage verschuldigd zijn of zijn niet alle behandelingen verzekerd. Dan spreekt de zorgverzekeraar in eerste instantie de jongere zelf aan. Kan die niet betalen, dan zijn de ouders verplicht de rekening te voldoen. Hun verplichting om de kosten van verzorging en opvoeding te betalen blijft namelijk bestaan totdat hun kind achttien jaar is.

Naar het ziekenhuis 

Opname in een ziekenhuis is een ingrijpende ervaring. Zeker als het kind nog klein is. Als de ouders erbij zijn, is het kind vaak minder angstig en beter in staat om alles goed te verwerken. Verblijf in het ziekenhuis Het hangt van de behandeling af hoelang het kind in het ziekenhuis blijft. Bij veel geplande operaties kunnen kinderen nog dezelfde dag naar huis. De ouders kunnen vrijwel altijd bij hun kind blijven. Ook als het onder narcose wordt gebracht. Bij een spoedoperatie is dat vaak niet mogelijk. Als de opname langer dan een dag duurt, kunnen de ouders meestal bij hun kind blijven slapen.

Betrokkenheid van ouders 

Het ziekenhuis is verantwoordelijk voor de verzorging. De ouders kunnen hun wensen hierover bespreken. Hier hoeft het ziekenhuis niet op in te gaan, maar het moet wel een duidelijke reden geven waarom iets niet kan. In veel ziekenhuizen helpen ouders bij de verzorging van hun kind. Zij krijgen vaak ook de gelegenheid verpleegkundige taken op zich te nemen. Bijvoorbeeld het opnemen van de temperatuur of het geven van kunstmatige voeding. Deze taken voeren zij eerst onder toezicht van een verpleegkundige uit. Later kunnen zij dit zelfstandig doen.

Keuze van ziekenhuis 

Het is belangrijk welk ziekenhuis de ouders kiezen. Elk ziekenhuis heeft zijn eigen regels. Wanneer een opname te voorzien is, kunnen de ouders tevoren informatie vragen. Bij deze keuze zijn de volgende vragen van belang​;

  • Mogen de ouders erbij zijn, als het kind onder narcose wordt gebracht en eruit ontwaakt?
  • Komt het kind op de kinderafdeling te liggen?
  • Is er een speciale jongerenafdeling?
  • Mogen broers en zussen ook op bezoek komen?
  • Kunnen de ouders in het ziekenhuis blijven slapen?
  • Kan dat bij het kind of is daarvoor een aparte ruimte?
  • Op welke wijze worden de ouders betrokken bij de behandeling en de verzorging?

Met andere woorden, als de ouders bijvoorbeeld naast hun kind willen slapen, moeten zij een ziekenhuis uitzoeken waar dat mogelijk is. De Stichting Kind en Ziekenhuis kan de ouders hierover adviseren. [zie belangrijke adressen]

Klachten over de zorg 

Ook in de gezondheidszorg gaat wel eens iets mis. De ouders of het kind kunnen menen verkeerd of onzorgvuldig behandeld te zijn. Of zij vinden het onterecht dat het ziekenhuis niet aan hun wensen tegemoet komt. Het is het beste om dit eerst met de hulpverlener te bespreken. Misschien is er sprake van een misverstand. Soms lukt het niet om met de hulpverlener tot een oplossing te komen. In veel ziekenhuizen is iemand aangewezen om dan te bemiddelen. Wanneer deze bemiddelaar het probleem niet naar tevredenheid kan oplossen, kunnen de ouders of het kind een klacht indienen.

Een klachtencommissie onderzoekt de klacht en doet daarover een uitspraak. Deze commissie kan daarbij aanbevelingen doen, bijvoorbeeld over verbeteringen in de zorg. Is het kind nog klein, dan kunnen de ouders namens hem een klacht indienen. Is het kind 12 jaar of ouder, dan zullen de ouders hem bij de procedure betrekken. Hij kan bijvoorbeeld mee gaan praten of een brief mede-ondertekenen. Als de jongere 16 jaar of ouder is, kan hij zelfstandig een klacht indienen bij de klachtencommissie.

Tenslotte 

Bij de besluitvorming over de behandeling van een kind zijn meerdere personen betrokken. De ouders, de hulpverlener en het kind zelf. Dat kan ingewikkeld zijn als niet iedereen het met elkaar eens is. Het is dan belangrijk om er in goed overleg uit te komen. In de WGBO staan daarvoor regels. Deze wet gaat uit van vaste leeftijdsgrenzen. Toch zijn deze betrekkelijk. Een kind van tien bijvoorbeeld kan door levenservaring veel wijzer zijn dan een kind van veertien. Daarom wordt altijd rekening gehouden met de mening van het kind. Zijn belang staat voorop.

Meldpunt Consument en de Zorg (NPCF) Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Neem dan contact op met het meldpunt Consument en de Zorg van de NPCF (Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie) Daar kunt u terecht met uw vragen en/of uw klachten over de gezondheidszorg. Ons meldpunt probeert uw vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Zo nodig verwijzen wij u door naar een geschikte andere organisatie die u verder kan helpen. Telefoon: 030 29 16 7 77

maandag tot en met vrijdag van 10.00-16.00 uur, www.consumentendezorg.nl

BELANGRIJKE ADRESSEN

Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Dan treft u hieronder een aantal adressen aan waar u met uw vragen terecht kunt.

Stichting Kind & Ziekenhuis Korte Kalkhaven 9, 3311 JM Dordrecht / T 078 614 63 61 E Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / www.kindenziekenhuis.nl

Kindertelefoon T 0800 04 32 (gratis) / www.kindertelefoon.nl NPCF

(Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie)

Meldpunt Consument en de Zorg voor klachten en informatie T 030 29 16 777 ma t/m vr, van 10-16 u of ​me, https://www.frankwatching.com/nieuws/consumentendezorgnl-jouw-mening-over-zorg/

Postbus 1539, 3500 BM Utrecht / T 030 297 03 03 / www.npcf.nl

Zorgbelang Nederland Zie: www.zorgbelang-nederland.nl voor alle gegevens van een Zorgbelangorganisatie bij u in de buurt. Deze beschikken over een Informatie- en Klachtenopvang Gezondheidszorg waar u terecht kunt voor steun en advies. Postbus 2250, 3500 GG Utrecht / T 0900 243 70 70 (€ 0,10 per minuut)

Belangrijke websites met informatie over patiëntenrechten en rechtshul: 

Medisch dossier, inzagerecht en recht op afschrift

Elke hulpverlener dus ook artsen hebben de plicht om van elke patiënt een dossier bij te houden. Dit en de volgende zaken is geregeld in de wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). In het dossier wordt beschreven wat de klachten zijn of waarvoor de patiënt of diens ouders zich bij de arts hebben gemeld. Bij elk volgend bezoek wordt het dossier dat in het ziekenhuis veilig wordt bewaard weer gebruikt. In het dossier beschrijft de arts zijn bevindingen en formuleert een behandelplan. Alle voorgeschreven medicijnen met hun dosering staan eveneens in het dossier beschreven.

Het dossier dient niet alleen de behandelend arts maar ook zijn of haar collega’s zodat bij afwezigheid van de behandelend arts deze op de hoogte kunnen worden gebracht van de toestand van de patiënt het medicijngebruik en de afspraken die met de patiënt of bij kinderen met diens ouders zijn gemaakt.

Bij klachten van de patiënt of diens ouders over de arts dient het dossier als een zeer belangrijke gegevensbron. Het is daarom ook voor de arts belangrijk dat alles op ordelijke wijze wordt vastgelegd en bewaard. Niet alleen wat zich aan informatie direct in het dossier bevindt, maar zoals vaak bij een elektronisch dossier wat zich digitaal over de patiënt in het ziekenhuis bevindt aan laboratorium- ,röntgenuitslagen wordt tot het medisch dossier gerekend.

Artsen kunnen voor eigen gebruik zogenoemde werkaantekeningen maken. Dit zijn alleen geheugensteuntjes, gedachtengangen of vermoedens die alleen voor de arts bestemd zijn. Ze zijn van tijdelijke aard en dienen na enige tijd door de arts uit het dossier te worden verwijderd. Deze werkaantekeningen mogen beslist niet tot een verkapt schaduwdossier worden.

Er bestaat ten aanzien van het dossier het zogenoemde inzagerecht. Het inzagerecht houdt in dat een patiënt of zijn ouders het gehele medisch dossier mogen inzien. Ook mogen zij van het dossier een afschrift in de vorm van een fotocopie krijgen. Zij mogen niet het gehele dossier hebben, aangezien dit niet hun eigendom is, doch de drager, de papieren, het eigendom zijn van de zorginstelling. Wanneer ouders een dossier willen inzien is het gebruikelijk dat zij hierbij worden begeleid door de arts of door een vertegenwoordiger van de instelling.

Op het inzagerecht is slechts één uitzondering. Er wordt namelijk geen inzage of afschrift verleend, als de persoonlijke levenssfeer van een ander daardoor wordt geschaad en diens belang een overwegend karakter heeft.

Dit kan voorkomen als bij gescheiden ouders die beiden het gezag hebben, bepaalde informatie van een ouder is verkregen. Het is in dit soort situaties lang niet altijd gemakkelijk om te wegen in hoeverre het inzagerecht op een ouder niet van toepassing is, omdat inzage de andere ouder zou schaden. Kinderartsen voelen zich onder zulke omstandigheden vaak juridisch onvoldoende ter zake geschoold en leggen daarom deze kwesties vaak voor aan een jurist van het ziekenhuis of de artsenorganisatie KNMG.

Bron: https://mijnkinderarts.nl/overzicht/thuis-en-school/juridische-zaken/

Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg

Alle kinderen van 0 tot 19 jaar krijgen jeugdgezondheidszorg aangeboden. Eerst via het consultatiebureau, later via de schoolarts. Elk kind krijgt hierbij een digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). In het DD JGZ staan gegevens over de gezondheid en ontwikkeling van het kind.

Het DD JGZ is een medisch dossier, waarop zowel de Wbp als de WGBO van toepassing zijn. Voor het DD JGZ geldt daarom het medisch beroepsgeheim.

Dossier voor kinderen van 0 tot 19 jaar

Ieder kind van 0 tot 19 jaar krijgt op het moment dat het in contact komt met de jeugdgezondheidszorg een Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ). Meestal is dan in de 2e week na de geboorte, als een verpleegkundige hen bezoekt. Na het huisbezoek krijgen ouders een oproep om naar het consultatiebureau te komen. Zij krijgen dan een afspraak met een arts of verpleegkundige.

Als een kind 4 jaar wordt en naar de basisschool gaat, gaat het dossier naar de schoolarts. Die begeleidt het kind in de schoolperiode.

Gegevens over gezondheid en ontwikkeling

In het dossier staan bevindingen over de gezondheid en de ontwikkeling van een kind. De zorgverlener noteert enkele standaardgegevens. Zoals lengte en gewicht, en zaken die op de leeftijd van het kind belangrijk zijn voor de ontwikkeling. Ziet de zorgverlener dat een kind extra zorg of ondersteuning nodig heeft? Dan geeft hij die of verwijst hij door. Ook maakt hij een notitie in het dossier.

Alleen toegankelijk voor jeugdgezondheidszorg?

Het DD JGZ wordt alleen gebruikt door een arts, verpleegkundige of assistente van de jeugdgezondheidszorg waar het kind zorg bij krijgt. Het dossier is dus niet toegankelijk voor huisartsen, ziekenhuizen, scholen, gemeenten, jeugdzorg, politie, justitie of andere personen en instanties. In het belang van het kind kunnen gegevens uit het dossier worden gedeeld met andere zorgverleners. Dit kan alleen na toestemming van de ouder of het kind. Ouders en kinderen mogen het dossier inzien.

Wanneer blijft het medisch dossier langer bewaard dan 15 jaar?

De hoofdregel is dat het medisch dossier minimaal 15 jaar moet worden bewaard na het einde van de behandelingsovereenkomst. Dit is bepaald in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Maar soms moet het dossier langer of juist korter worden bewaard.

Langer bewaren

Een medisch dossier moet langer worden bewaard dan 15 jaar als:

  • er een andere wettelijke bewaartermijn is;
  • dit noodzakelijk is voor goede hulpverlening;
  • de gegevens van groot belang zijn voor iemand anders.

Korter bewaren

Voor medische gegevens die niet onder de WGBO vallen, zoals verpleging en verzorging door de thuiszorg, geldt de algemene regel dat persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is.

Een medisch dossier moet langer worden bewaard dan 15 jaar als er een andere wettelijke bewaartermijn is, als dit noodzakelijk is voor goede hulpverlening of als de gegevens van groot belang zijn voor iemand anders.

Andere wettelijke bewaartermijn. Academische ziekenhuizen moeten bepaalde documenten, zoals het operatieverslag en de ontslagbrief, bewaren tot 115 jaar na de geboortedatum van de patiënt. Dat komt omdat op deze gegevens de Archiefwet van toepassing is. Een ander voorbeeld is dat medische gegevens van psychiatrische patiënten die gedwongen zijn opgenomen minimaal tot 5 jaar na hun ontslag bewaard moeten blijven. Deze bewaartermijn komt voort uit het Besluit Patiëntendossier Bopz.

Noodzakelijk voor goede hulpverlening

Uw zorgverlener kan uw medisch dossier langer bewaren dan 15 jaar als dat nodig is om u goede zorg te blijven bieden. Bijvoorbeeld als u een chronische aandoening heeft. De arts kan dan alle gegevens over de langdurige of terugkerende behandeling bewaren. Uw ziektegeschiedenis blijft zo compleet.

Van belang voor anderen

Soms kan een medisch dossier langer dan 15 jaar worden bewaard vanwege het belang van iemand anders. Bijvoorbeeld als de gegevens van belang zijn voor anderen, zoals uw kinderen als u een bepaalde erfelijke ziekte heeft. Of als u een procedure heeft aangespannen tegen uw zorgverlener en deze de gegevens nodig heeft voor zijn verweer.

U heeft recht op inzage in  gegevens in uw medisch dossier, zoals röntgenfoto’s, diagnoses en operatieverslagen. Alleen persoonlijke werkaantekeningen van uw zorgverlener (zoals uw huisarts, tandarts of specialist in het ziekenhuis) mag u niet inzien. Voor inzage mag uw zorgverlener geen vergoeding vragen.

Recht op inzage medisch dossier

Uw recht op inzage is geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). Naast de WGBO is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing op het verkrijgen van inzageU kunt het beste schriftelijk, per brief of e-mail, om inzage vragen. Bij overheidsorganisaties is dat zelfs verplicht. Weigert een organisatie namelijk uw inzageverzoek en wilt u naar de rechter? Dan moet u laten zien welke stappen u heeft ondernomen.

Voor het indienen van uw inzageverzoek kunt u onze voorbeeldbrief gebruiken:

Aan:

[Naam]
adres
postcode en plaats

Datum.

Geachte heer/mevrouw,

Met verwijzing naar artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens wil ik graag binnen vier weken schriftelijk van u weten:

  • of u mijn persoonsgegevens gebruikt, en zo ja:
  • om welke gegevens het gaat;
  • wat het doel is van het gebruik;
  • aan wie u de gegevens eventueel heeft verstrekt;
  • wat de herkomst is van de gegevens, als deze bekend is.

Indien u mijn persoonsgegevens gebruikt, verzoek ik u mij kopieën van alle mijn persoon betreffende stukken, een papieren overzicht of een uitdraai van het digitale dossier te geven.

Hoogachtend,

[naam] [geboortedatum]

[adres] [postcode en woonplaats]

https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/voorbeeldbrief-inzage.pdf

Een organisatie is verplicht binnen 4 weken schriftelijk of per e-mail te reageren op uw inzageverzoek.


Ouder dan 16 jaar

U kunt alleen een inzageverzoek indienen als u ouder bent dan 16 jaar en niet onder curatele bent gesteld. Anders moet uw wettelijk vertegenwoordiger (bijvoorbeeld een van uw ouders) het verzoek doen. De organisatie moet het antwoord dan ook aan die persoon sturen.

Kopieën medische gegevens

U heeft ook recht op kopieën van uw medische gegevens. Hiervoor mag uw zorgverlener een vergoeding van € 0,23 per pagina vragen met een maximum van € 5,00. Let op: gaat het om meer dan 100 pagina’s of om afdrukken van een of meerdere röntgenfoto’s? Dan kan uw zorgverlener maximaal € 22,50 vragen. Dit is geregeld in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp.

Geen volledige inzage medisch dossier

Uw zorgverlener kan in uitzonderingssituaties weigeren u een bepaald gedeelte van uw medisch dossier te laten inzien. Dat mag alleen als de privacy van iemand anders dan uzelf wordt geschaad door inzage in dat deel van uw dossier. Uw zorgverlener moet wel kunnen aantonen dat dit in uw geval zo is. Het belang van de privacy van de ander moet daarbij zwaarder wegen dan het belang dat u heeft bij inzage in het betreffende gedeelte van uw medisch dossier.

Voordat de organisatie uw inzageverzoek in behandeling neemt, kan de organisatie controleren wie u bent. De organisatie kan u vragen om uw identiteitsbewijs te laten zien of om een kopie daarvan op te sturen.

Antwoord op inzageverzoek

De organisatie kan op verschillende manieren voldoen aan uw inzageverzoek. Het overzicht van gegevens dat u krijgt, moet in ieder geval begrijpelijk zijn.

Dat houdt in dat u moet kunnen controleren of uw gegevens kloppen. En of de organisatie uw gegevens op de juiste manier verwerkt. Heeft de organisatie bijvoorbeeld gegevens van u die niet ter zake doen? Of gebruikt de organisatie uw gegevens misschien in strijd met de wet? Het overzicht dat u krijgt, moet u in staat stellen om correctie of verwijdering van uw gegevens te vragen.

Let op: heeft de organisatie veel informatie over u? Dan kan de organisatie u vragen om aan te geven in welke gegevens u precies inzage wilt.

De organisatie kan u op de volgende 3 manieren inzage geven in uw persoonsgegevens: door een volledig overzicht, kopieën/afdrukken of inzage ter plekke.

Kopieën of afdrukken

De organisatie kan er wel zelf voor kiezen om u, in plaats van een overzicht, kopieën of afdrukken te geven van de stukken die over u gaan. Maar u kunt dit dus niet eisen van de organisatie.

Inzage ter plekke

Bij hoge uitzondering kan de organisatie u vragen ter plekke uw dossier te komen inzien. Dat kan bijvoorbeeld wanneer uw dossier heel dik is. En het de organisatie te veel tijd en moeite zou kosten om een overzicht te maken of om uw dossier af te drukken of kopiëren.

Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens heeft u het recht om correctie te vragen van de persoonsgegevens in uw medisch dossier.

Let op: u kunt alleen feitelijke gegevens laten verbeteren, zoals fouten in uw naam of geboortedatum. Bent u het niet eens met indrukken, meningen of conclusies van uw zorgverlener? Dan kunt u deze niet laten corrigeren.

Maar u kunt in dat geval wel altijd uw schriftelijk commentaar aan uw medisch dossier laten toevoegen. Dit recht op aanvulling heeft u op grond van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst.

Medisch dossier kind of familielid

Dat kan als uw kind jonger is dan 16 jaar en u de wettelijk vertegenwoordiger bent van uw kind. Is uw kind 16 jaar of ouder, dan heeft het zelf recht op inzage.

De wettelijk vertegenwoordiger is degene die gezag heeft over een kind. Gezag wordt meestal door een of beide ouders uitgeoefend.

Aantonen gezag

Twijfelt een organisatie bij uw inzageverzoek of u daadwerkelijk het gezag over uw kind heeft? Dan kan de organisatie u vragen het gezag aan te tonen. Dit kunt u doen door een recent afschrift van de geboorteakte te overleggen, in combinatie met een recent uittreksel uit het gezagsregister.

Hieruit blijkt wie de moeder van het kind is en of (en zo ja, door wie) het kind erkend is. Staat in het gezagsregister geen aantekening? Dan is er geen wijziging opgetreden in de situatie zoals die is vermeld in de geboorteakte.

Kan ik het medisch dossier van mijn kind inzien of laten vernietigen?

Is uw kind jonger dan 12 jaar? Dan heeft u het recht om inzage te vragen in het medisch dossier van uw kind. En om te vragen om (bepaalde delen van) het dossier te vernietigen. Bij een kind van 12 jaar of ouder gelden andere regels.

Kind van 12, 13, 14 of 15 jaar

Is uw kind tussen de 12 en 16 jaar? Dan heeft u als ouder en kind samen het recht om inzage of vernietiging te vragen.

Uw kind kan bezwaar maken tegen uw verzoek. Ook kan uw kind zelf een verzoek doen. In deze twee situaties beoordeelt de zorgverlener of uw kind zo’n beslissing genoeg kan overzien.

Kind 16 jaar of ouder

Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan heeft uw kind alleen zelf recht op inzage of vernietiging. Uw kind kan u eventueel wel schriftelijk toestemming geven (machtigen) om een verzoek te doen.

Recht op correctie en verwijdering

Mensen hebben het recht om correctie van hun persoonsgegevens te vragen. Dat houdt in dat zij een organisatie mogen vragen hun persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen.

Iemand kan om correctie vragen als zijn persoonsgegevens:

  • feitelijk onjuist zijn;
  • onvolledig zijn of niet ter zake doen voor het doel waarvoor ze zijn verzameld;
  • op een andere manier in strijd met een wet worden gebruikt.

Reikwijdte correctierecht

Het correctierecht is niet bedoeld voor het corrigeren van professionele indrukken, meningen en conclusies waarmee iemand het niet eens is, voor zover deze ter zake doen. Wel mag diegene van de organisatie verwachten dat deze in ieder geval zijn schriftelijke mening toevoegt aan het dossier. Dat kan vooral een oplossing bieden bij situaties waarbij het om niet objectief vast te stellen feiten gaat.

Wetgeving

Het correctierecht is geregeld in artikel 36 (lid 1lid 2lid 3lid 4) van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Kan ik het medisch dossier van mijn kind laten corrigeren?

Ja, dat kan als uw kind jonger is dan 16 jaar. U heeft dan op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens het recht om correctie  te vragen. Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan kan uw kind alleen zelf om correctie vragen.

Let op: u kunt alleen feitelijke gegevens laten verbeteren, zoals fouten in de naam of geboortedatum van uw kind. Bent u of is uw kind het niet eens met indrukken, meningen of conclusies van de zorgverlener? Deze kunnen niet worden gecorrigeerd. Maar u of uw kind heeft in dat geval wel altijd het recht op aanvulling. Dat houdt in dat u of uw kind een eigen verklaring aan het dossier laat toevoegen.

Voor het recht op aanvulling gelden dezelfde regels als bij het recht op inzage en vernietiging. Is uw kind jonger dan 12 jaar, dan heeft u dit recht. Bij een kind tussen de 12 en 16 jaar hebben uw kind en u het recht samen. Wanneer u kind 16 jaar of ouder is, heeft het alleen zelf recht op aanvulling.

Mag een organisatie geld vragen bij een inzageverzoek?

Ja, dat mag. Voor het verstrekken van kopieën mag een organisatie een vergoeding van € 0,23 per pagina vragen met een maximum van € 5,00.

Let op: een organisatie mag een redelijke vergoeding vragen van hoogstens € 22,50 als het gaat om:

  • meer dan 100 pagina’s;
  • een moeilijk toegankelijke gegevensverwerking;
  • afdrukken van een of meer röntgenfoto’s.

Deze vergoedingen zijn wettelijk geregeld in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp. U krijgt de vergoeding terug als de organisatie uw persoonsgegevens heeft verbeterd, aangevuld, verwijderd of afgeschermd

Deze informatie is afkomstig van: https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl

Jurisprudentie:

Het belang van het minderjarige kind staat altijd voorop, ook als een arts voor een behandeling niet de vereiste dubbele toestemming heeft van beide ouders van het kind.

Dat heeft het Centraal Tuchtcollege geoordeeld in twee zaken die op 24 mei voorkwamen. Beide klachten werden ongegrond verklaard. Het tuchtcollege breekt hiermee volgens de KNMG met eerdere uitspraken. Als één van de ouders het kind begeleidt en er geen sprake is van een ingrijpende, niet-noodzakelijke of ongebruikelijke behandeling, mag de arts er, wat het tuchtcollege betreft, in principe van uitgaan dat er toestemming is van beide ouders.

De vereiste dubbele toestemming kent wat het tuchtcollege betreft twee uitzonderingen. De eerste uitzondering is het voorkomen van ernstig nadeel voor het kind. In één van de zaken ging het om een 13-jarige jongen met gescheiden ouders, waarvan de moeder wilde dat hij gevaccineerd zou worden, terwijl de vader, de klager, daartegen was. Het niet laten vaccineren zou voor de jongen ernstig nadeel kunnen opleveren als hij besmet zou zijn geraakt.

De tweede uitzondering betreft de wens van de minderjarige patiënt zelf. De 13-jarige jongen heeft zelf tijdens gesprekken en in een schriftelijke verklaring bij de huisarts aangegeven gevaccineerd te willen worden, ook al wist hij dat zijn vader daartegen was.

In de andere zaak ging het ook om gescheiden ouders. De vader, de klager, had zijn zoon zonder toestemming van de moeder ingeschreven bij een andere huisarts. Ook had hij de oude huisarts uitdrukkelijk verzocht zijn zoon niet meer te behandelen. De moeder bezocht toch drie keer de oude huisarts en gaf bovendien geen toestemming om het kind te laten behandelen door de nieuwe huisarts. Ook in deze zaak oordeelde het Centraal Tuchtcollege dat de vader het belang van het kind niet liet prevaleren.

Het tuchtcollege stelt bovendien dat gezagdragende ouders zich moeten wenden tot de (kinder)rechter als het niet lukt om samen tot de keuze van een huisarts te komen in wie beiden vertrouwen hebben.

De uitspraken zijn voor de praktijk van de gezondheidszorg erg belangrijk, meldt de KNMG op haar website. De organisatie vindt dat het tuchtcollege de praktijk een nuttig handvat aanreikt en dat de zorg beter werkbaar wordt voor artsen.