- Zorg dat bij elke begroeting de ander zich meer dan welkom voelt.
- Neem voor vertrek altijd even een momentje voor een afscheidsknuffel; een weerzien is niet altijd een zekerheid.
- Het kan nooit te vaak worden gezegd: ik hou van je, ik mis je, ik heb je nodig.
- Doe kritiek in de ban. En als je dan toch iets anders wilt (zien), vraag het dan op een liefdevolle manier (‘zou je mij een plezier willen doen?’).
- Eén compliment is geen compliment, twee complimenten is de lente, meer complimenten is de rente.
- Wees enthousiast als de ander iets van initiatief toont, zeker als het gaat om (fysieke) intimiteit; een beetje de rem erop kan altijd nog.
- Als het gaat om een puur persoonlijke wens (er een paar dagen alleen op uit trekken), gebruik dan de zin: ‘Zou je er bezwaar tegen hebben als ik…’ Zonder instemming van de ander is het persoonlijk feestje toch geen feestje.
- Gun het de ander om gelijk te hebben, ook als het niet zo is; en schrap de woorden ‘ja, maar’.
- Neem de tijd om echt te luisteren en wees geduldig, ook al heeft de ander een lang verhaal; alleen door oprechte belangstelling voelt de ander zich gehoord.
- Als er toch, onverhoopt, ruzie ontstaat, wees dan de eerste om het weer bij te leggen; een langdurige straf-stilte is dodelijk.