De 'ziekte' ouderverstoting bestaat wetenschappelijk niet. Prof. Gardner heeft in de jaren 90 de kenmerken van 'ouderverstoting' opgemerkt, dat was een goeie psychiater, maar hij was niet goed in het herleiden van deze kenmerken naar een bestaande ziekte. Dat is wat een reguliere arts behoort te doen, kenmerken herleiden naar een bestaande ziekte. Prof. Gardner was er zo enorm van overtuigd dat hij een 'nieuwe ziekte' had ontdekt, dat hij hier behoorlijk in is doorgeslagen. En zo op deze manier heel veel ruis binnen de wetenschappelijke wereld heeft gecreëerd.

Deze verwarring heeft er ook voor gezorgd dat geen enkele psycholoog in de wereld verder heeft gekeken dan zijn neus lang is. Tot dat Dr. Childress werd geconfronteerd met kinderen die kenmerken van 'ouderverstoting' vertoonden. Hij kon de kenmerken die hij zag wel herleiden naar een bestaande ziekte en een diagnose stellen, en hij heeft deze kinderen en hun ouders onderzocht.

Daaruit volgde dat er onderdrukking van het gezonde hechtingspatroon tussen ouder en kind speelde, waarbij 1 van de ouders buiten spel gezet werd. Dit is per definitie een kenmerk van een ziekte. Dat noemt men pathogeen. Ook het feit dat kinderen geen empathie meer vertoonden en op een zeker moment bang werden van de ouder die verstoten werd, gaf aan dat er sprake is van een ziekte. Al deze onderdelen van 'ouderverstoting' zijn in principe aparte ziektes, die allemaal vermeld staan in de DSM5. Allemaal hebben ze een z.g. diagnostische code, en allemaal wijzen ze op psychische kindermishandeling.